Ik ben een ree. Dat zie je toch zo als je mijn plaatje bekijkt en vergelijkt met dat van een edelhert! Weet je ook hoe?

1.0

Vergelijk mijn plaatje maar eens met dat van een edelhert en een damhert!

Een ree is zichtbaar kleiner en minder zwaar dan een edelhert. Het gewei van een reebok is niet alleen kleiner, maar ook minder vertakt dan dat van een edelhert. Als je de kont van een ree bekijkt valt op dat er geen staart is. Je kunt daardoor de witte vlek , de spiegel, heel goed zien!

1.1

Een ree kan zich heel goed verstoppen in het landschap.

ree camouflage Xander Sales

Een ree die in de schemering aan de rand van het bos of op een weiland staat, valt meestal niet zo op. Voor een geoefend oog is de kans om reeën te zien in de schemering groot.

De vacht van het dier heeft door de seizoenen heen een schutkleur. Hiermee  valt het dier  niet op in zijn omgeving.  De vacht is in de zomer zandgeel tot roodbruin. In de herfst verkleurt deze tot grijsbruin. Van zomers kleurig naar winters grijs en grauw.

Oude reeën en met name de reebokken zijn heel voorzichtig. Vaak komen ze pas uit het bos als het al donker is. ’s Morgens zijn ze als het licht wordt alweer in de ruigte verdwenen. Als er in de beschutting van het bos al voldoende voedsel te vinden is, krijgen we ze helemaal niet te zien. Reeën kunnen dan lange tijd niet opgemerkt worden.

Jonge dieren zijn meer zichtbaar. Ze zijn nog speels en onervaren. Ze komen eerder uit het bos dan oudere dieren, om bijvoorbeeld te eten.

Ook al zie je ze meestal niet, reeën leven vrijwel overal in Nederland.

Na de Tweede Wereldoorlog was het aantal reeën tot een paar duizend afgenomen.  Als beschermd dier is daarna de ree niet meer massaal bejaagd. Bossen zijn aangelegd, waardoor het leefgebied van de ree toenam. De aantallen zijn nu behoorlijk hersteld. Tegenwoordig leven er meer dan 100.000 reeën in Nederland. Voortdurende bescherming van de ree en variatie in het beheer van de leefgebieden heeft tot dit succes geleid.

 

Reeën hebben een witte vlek op hun achterwerk. Dit noemen we de spiegel.

poederdons spiegel reekopie

poederdons-met-glans-poeder

Bij gevaar zet een ree de haren ervan op.
Het lijkt dan een beetje op een poederdons.
De spiegel valt dan nog meer op. Zo waarschuwen reeën elkaar. Het is een teken om weg te springen en elkaar te volgen.

De spiegel van een geit (vrouwtje) en een bok (mannetje) verschillen in vorm. Op de geslachtsdelen groeit bij beiden 6 tot 10 centimeter lang haar. De reegeit heeft daardoor een soort staartje, ook wel schortje genoemd,  onderaan de spiegel. Die heeft daardoor de vorm van een hart.De spiegel van de reebok heeft meer de vorm van een nier.

spiegel mannetje Dick Pasmanspiegel vrouwtje

Alleen de reebokken (mannetjes) hebben een gewei. Elk jaar valt het gewei af, waarna het weer opnieuw aangroeit.

Op de schedel van het reebokje begint op een leeftijd van drie maanden het onderhuidse deel van het gewei te groeien, de rozenstokken.

Het eerst geweitje is knop- of spiesvormig.  De jonge mannetjes noemen we niet voor niets knopbokken. Het geweitje is eerst nog omhuld door basthuid. Dit eerste geweitje is in 120 dagen volgroeid en wordt in januari alweer afgeworpen.

reebok_gewei_opzet0b reebok_gewei_opzet2b

Hierna groeit er in een paar maanden een nieuw gewei. Een reebok van een jaar oud heeft dus in de loop van het tweede voorjaar al zijn tweede gewei. Dit tweede gewei heeft nu ook rozen.

gaffelgewei Reebok met 6ender gewei_470 over-reeen

In het derde jaar is het gewei volgroeid. Het heeft meestal twee (gaffelgewei) of drie ‘enden’ (zesendergewei) per stang. Het gewei van een ree is maximaal 25 centimeter lang.

Het gewei groeit in de winter van oktober tot in mei. De basthuid wordt afgeschuurd tussen maart en juni. Tussen oktober en januari wordt het gewei afgeworpen.

Hoe oud een reebok is kun je niet zomaar aan het gewei zien. Bij jonge reebokken zien we wel dat het gewei in opbouw is. Op de kop staan geweiknobbels of rozenstokken met onvertakte geweistangen. Rozen zie je pas vanaf anderhalf jaar verschijnen aan het gewei.
De lengte van de stangen neemt toe tot de reebok vier à vijf jaar is. Met het ouder worden van de ree worden de stangen korter en steviger. Dit noemen we terugzetten. Het volume van het gewei neemt daarbij echter nauwelijks af.

Wat denk jij? Is Bambi een hertje of is het toch een reetje?

bambiKalveren van reeën hebben lichte vlekken, zoals je die op de vacht van Bambi ziet. Een ree heeft echter geen staart.

In de Walt Disney-film is Bambi een witstaarthert. In het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree(Bambi, ein Leben im Walde (1923) van de Oostenrijks-Hongaarse auteur Felix Salten).

Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot ‘Prins van het Bos’. Even later raakt Bambi bevriend met andere dieren in het bos. Zijn geluk slaat al gauw om als zijn moeder doodgeschoten wordt door jagers. Bambi leert overleven en wordt verliefd. Op een dag komen er echter jagers langs. Bambi wordt net zo moedig te zijn als zijn vader, de Grote Prins. Hij brengt andere herten in veiligheid.

Het zijn allemaal reeën.

Een mannetje noemen we reebok.reeen familie
Een vrouwtje heet reegeit.
Een jong noemen we reekalf.

verschillen in uiterlijk van reebok en reegeit:

5.0

Een ree kan heel goed horen, proeven en ruiken. Als de wind goed staat, ruikt een ree je eerder dan dat jij hem hoort of ziet.

Met die grote oren kan een ree dus goed horen! Een ree is in staat om geluiden te herkennen en de richting van6 het geluid te bepalen door de oorschelpen afzonderlijk te draaien. Een ree kiest het voedsel op smaak. Smaakpapillen zitten in de neus, de mondholte en aan de tong. De smaak van voedsel en sappen kan niet alleen worden geproefd. Hij ruikt het ook in de lucht.

De reuk is het best ontwikkelde zintuig van de ree. De afstand waarop een ree geuren kan waarnemen van de mens wordt geschat op 300 tot 400 meter.

Dus wees stil. Probeer altijd tegen de wind naar de plek te lopen van waaruit je reeën wilt gaan bekijken. Het zal je dan verrassen hoe dicht je bij een ree kunt zijn, zonder dat deze je in de gaten heeft.

 

Reeën maken verschillende geluiden.

Hoor je in het bos een keffend geblaf, dan kan dit wel eens een ree zijn. Het geluid is net  iets anders dan dat van een hond! Luister maar eens…

Reeën ‘blaffen’ (we noemen dit ook wel schelden) als ze gestoord worden en gevaar op de loer ligt. Mannetjes (reebokken) blaffen ook om andere mannetjes uit de buurt van hun territorium te houden.

Vrouwtjes laten in de paartijd klaaglijke schreeuwtjes en schor gepiep horen. Het maken van deze vaak hoge geluiden noemt men fiepen. Mannetjes komen op dit geluid af. De reegeit gebruikt dit fiepen ook om contact met haar kalveren te houden.

Jonge kalveren fiepen luid en paniekerig als ze op zoek zijn naar hun moeder of in gevaar zijn.

 

Met mijn reebruine ogen kan ik helemaal rondom kijken. Ook al zie ik niet scherp, ik zie elke beweging.

Een ree kan door de zijdelings geplaatste ogen nagenoeg helemaal rondom zien: 360 graden in één beeld. Dit beeld is niet zo scherp. Een ree is vooral goed in beweging zien.

Als je stilstaat zal een ree je niet opmerken. Bij de geringste beweging merkt het dier je wel op. Als het al niet direct vlucht zie je soms dat het gaat ‘zekeren’. De ree laat zijn kop dan zakken alsof hij wil gaan grazen. Eenvoudig_wildwaarschuwingssysteemOndertussen houdt hij je goed in de gaten. Af en toe werpt het dier snel zijn kop op. Bij de minste beweging gaat het er vandoor.

Reeën zien vooral blauwe kleuren goed. Alle andere kleuren zijn voor deze dieren tinten van groen tot grijzig. Je kunt dan ook beter een oranje jas aantrekken, in plaats van een blauwe, als je naar ze op zoek bent.

Langs veel wegen door bossen zie je wildspiegels staan. De spiegels langs de weg kaatsen de  beweging van het verkeer en blauw licht terug. Dit zien reeën bijzonder goed. Ze schrikken en vluchten weg van de rijbaan het bos weer in. Hierdoor zijn er minder aanrijdingen en ongelukken met overstekende reeën.

Reeën leven een groot deel van het jaar alleen (solitair). Ze hebben ieder hun eigen leefgebied of territorium. In de winter leven ze in groepen soms wel tot 30 dieren samen. We noemen zo’n groep een sprong.

Reebokken (mannetjes) en reigeiten (vrouwtjes) hebben het grootste deel van het jaar een eigen gebied of  territorium.  Mannetjes laten hun geur achter bij de grenzen van hun gebied.

Het territorium van een mannetje overlapt meestal dat van een of meerdere vrouwtjes. Een mannetje duldt echter geen ander mannetje in zijn gebied. Het gebied van het mannetje is 5 tot 30 hectare groot. De grootte hangt samen met de hoeveelheid voedsel, beschutting, rust en de aanwezigheid van vrouwtjes.

Een reegeit leeft met haar kalveren in het territorium samen.  Meestal  is er overlap met gebieden van andere geiten en bokken.

Dick Pasman 10075

In de herfst, de winter en het vroege voorjaar is er weinig voedsel en veel minder beschutting voor reeën.  Reeënfamilies gaan dan in groepen (sprongen) bij elkaar leven.

In een sprong  zie je meerdere reegeiten die familie zijn van elkaar, bijvoorbeeld zussen, met hun kalveren. Op het moment dat de sprongen zich vormen zijn de reekalveren groot. Daarnaast leven in een sprong vaak één of enkele reebokken. Dat zijn meestal zoons, vaders en een enkele keer grootvaders van de reegeiten.

De leiding van de sprong ligt veelal bij een oudere sterke reegeit met kalveren. Zij waarschuwt bij gevaar en bepaalt de vluchtrichting. In bosgebieden zijn de sprongen vaak klein.  In open gebieden zien we sprongen van soms wel tientallen reeën. De grote groep zorgt dan voor beschutting.

In het voorjaar vallen de sprongen uiteen en zetten de reeën een nieuw territorium uit.

 

Nota bene: foto’s, plaatjes en informatie zijn o.a. afkomstig van: Dick Pasman, Jacco Steendam, Jeroen Helmer (Stichting Ark), Stichting Kenniscentrum Reeën en de Zoogdiervereniging.

Expositie ‘In de ban van de Ree’ – De Bastei / Natuurmuseum Nijmegen, 2016